Paragrafen

3.7 Grondbeleid

In de vorige paragraaf  is weergegeven dat grondexploitaties risico’s met zich meebrengen. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer; de algemene reserve grondexploitaties.
De hoogte van de reserve is bepaald op basis van de risico’s die gelopen worden of kosten die nog geclaimd kunnen worden uit de reserve (vennootschapsbelasting). In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de reserve een ondergrens kent van € 1 mln..  

Op basis van risicoafweging is een algemene reserve grondexploitaties van € 3,127 mln. nodig voor het afdekken van de risico’s. Volgens deze gegevens kan het volgende verloop worden weergegeven voor de benodigde bijdrage vanuit/aan de Algemene reserve vrij besteedbaar (ARVB).

Ontwikkeling  Reserve Grondexploitaties

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Netto berekende risico/benodigde stand reserve 

 2.400 

 2.300 

 1.500 

 1.734 

 1.619 

 3.127 

Stand algemene reserve grondexploitaties

4.787 

 2.679 

 2.433 

 902 

 2.142 

 2.962 

Van Reserve grondexploitaties aan Algemene reserve vrij besteedbaar

2.387 

 379 

 933 

 -832 

 523 

 -165 

(bedragen x € 1.000)

Eind 2024 bedraagt de Algemene reserve grondexploitaties een bedrag van € 2,962 mln.. De benodigde reserve is € 3,127 mln., er is derhalve een bijdrage vanuit de Algemene reserve vrij besteedbaar aan de Reserve grondexploitaties nodig van € 0,165 mln. De bijdrage aan de Reserve grondexploitaties komt met name voort uit de hoge generieke risico’s die voort komen uit de drie nieuwe ontwikkelingen Oosterdalfsen Noord, Waterinkweg en De Koele II. Deze ontwikkelingen hebben nog een lange looptijd waarbinnen nagenoeg alle kosten en opbrengsten inclusief de nodige risico’s nog moeten worden gerealiseerd.

Deze pagina is gebouwd op 05/15/2025 15:44:28 met de export van 05/15/2025 15:28:22